#Aftersexselfie. Waarom we soms beter geen selfie nemen.
Er is een nieuwe hype in selfie-land. We waren al gewoon geworden aan het feit dat iedereen selfies post als antwoord op de debiele 'wat ben je nu aan het doen' vraag van Facebook. Maar er is iets nieuws in opmars.
Misschien heb je er al van gehoord, de #aftersexselfie. Duizenden foto's van koppeltjes kleuren Instagram. Het concept is simpel. Na het liefdesspel neem je een foto van jou met je partner. Liefst mét slipje. Of tenminste met een degelijke blurfunctie.
Het naspel is echter meestal een moment waarbij je even op adem komt. De rollercoaster bolt nog even uit. De aarde schuift traagjes terug onder je voeten. Je geniet nog even na van de roes. De seksblos vers op de wangen, natintelingen van het orgasme. Nog even met twee.
Het is echter net dat zaligmakende moment, dat nu gebruikt wordt om een aftersex selfie te nemen. Connected post coïtum. Maar dan met de buitenwereld. Een vreemde vorm van naspel als je het mij vraagt. Alle lichaamsvochten even vlug wegvegen, het haar goedleggen. En klik.
Een selfie is van nature narcistisch. Je neemt een foto van jezelf. Maar nu willen we een foto mét partner, na seks. Alles delen! Eén verschil: Narcissus had niemand nodig om van zichzelf te kunnen houden. En nu lijken we net meer en meer net datgene nodig te hebben, wat enkel de ander ons nog kan geven: bevestiging.
De vraag is ook, wat is het nut? Iedereen vindt individualiteit en eigenheid belangrijk. We zijn allemaal volkomen originele individuen. Tenminste, dat denken we graag. Hebben we de Instagram-hartjes nodig om ons ervan te verzekeren dat we goed bezig zijn? Ook als we vrijen? Is het misschien omdat we de zekerheid niet in onszelf terugvinden, of bij wie we het bed delen, dat we de hartjes van de anderen nodig hebben?